Spring naar navigatie Spring naar inhoud

Optimaal Leven – zorg dichtbij en op maat met integrale aanpak

dinsdag 26 april 2022

Optimaal Leven vormt in Emmen, Assen, Hoogeveen/De Wolden en Midden-Drenthe een vaste én belangrijke waarde in de hulp aan mensen met langdurige psychische kwetsbaarheid. Een terugblik op de bijzondere samenwerking tussen drie zorginstellingen, huisartsen, verzekeraars en gemeenten vanaf de start in 2015 tot nu en een doorkijkje naar de toekomst.

In 2014 staan zowel de kwaliteit als de kosten van de zorg in de ggz onder druk. Cliënten worden vaker ambulant behandeld en ondersteund. Het aantal bedden in de ggz wordt afgebouwd. Ron den Ouden, projectleider van Optimaal Leven Emmen: “Voldoende aanleiding om te kijken hoe de kwaliteit van zorg voor mensen met langdurige psychische kwetsbaarheid in de toekomst vorm te geven. Landelijk is er veel aandacht voor dit vraagstuk, ook vanuit de aanpak Personen met Verward gedrag. In verschillende regio's wordt gestart met programma's om de kwaliteit van leven van deze groep mensen te verbeteren.” In Drenthe slaan de drie bestuurders van zorgorganisaties GGZ Drenthe, Cosis en VNN de handen ineen. Theo Toering, projectleider van Optimaal Leven Assen: “De bestuurders hebben met elkaar gezegd: we gaan het gewoon doen. Er werd een projectstructuur opgetuigd, Willemijn Kemp werd aangenomen als programmamanager en we zijn van start gegaan.”

Startfase
Eerst werd de zorg aan deze kwetsbare doelgroep in Drenthe in beeld gebracht. Ron: “We organiseerden lunchbijeenkomsten voor cliënten van de drie zorgorganisaties. We vroegen hen: wat willen jullie? Wat vinden jullie belangrijk? De klant werd centraal gesteld. Uit dialoogsessies met cliënten, naasten en (zorg)professionals kwamen de eerste contouren naar voren hoe de zorg samen vorm te geven, de zorgprofessional mét de klant. Hoe doen we dat zo, dat iedereen die betrokken is bij de cliënt met elkaar samenwerkt, elkaars expertise gebruikt en deze ook inzet.”

Van start
Uiteindelijk gaan in oktober 2018 de eerste teams van start in de gemeenten Emmen en Assen, later gevolgd door Hoogeveen/De Wolden. Barber Smit, projectleider Optimaal Leven Hoogeveen/De Wolden: “De start van de teams is op alle plekken anders gegaan. In Emmen stelden we een compleet nieuw team samen en werken we in twee wijken. In Hoogeveen/ De Wolden haakten we aan bij de bestaande verzorgingsgebieden van de FACT-teams. Medewerkers van de zorgorganisaties integreerden in deze teams. In Assen zijn drie GGZ Drenthe FACT-teams. Daarvan werd één team een Optimaal Leven team, aangevuld met medewerkers vanuit VNN en Cosis. Er werd net als in Emmen gestart in twee wijken. Maar voor alle teams geldt dat ze bestaan uit medewerkers van de drie zorgorganisaties.”

De eerste periode
De samenwerking tussen de verschillende partijen verliep niet direct van een leien dakje. Egbert Wesselink is vanaf de voorbereiding betrokken bij het programma en nu projectleider van het onlangs gestarte Optimaal Leven Midden-Drenthe: “In een team komen verschillende organisatieculturen samen. Het kost tijd om elkaar te leren kennen én elkaars expertise te leren zien. Medewerkers vroegen zich af, wat de samenwerking voor hen persoonlijk betekende: moet ik dingen anders gaan doen dan anders? En zo ja, wíl ik dat wel?” Barber vult aan: “Teamleden moesten bij zichzelf in de keuken laten kijken. De manier waarop iemand werkt, is voor hem/haar vaak vanzelfsprekend. Nu werden de teamleden gestimuleerd naar zichzelf te kijken: wat doe ik nu eigenlijk? En waarom doe ik dat zo? Daarnaast was men gewend zelf een behandelplan te maken voor de klant. Nu moest er samen met de cliënt en alle betrokken partijen met hun eigen expertise één behandelplan opgesteld worden. Hierbij wordt het accent meer gelegd op contact met naasten, het hebben van werk en de herstelbenadering; het zogeheten Herstel Ondersteunend Plan.’ En daarin schuilt gelijk het succes van het programma Optimaal Leven.

Winst
Ron: “De winst van het programma zit 'm in de andere manier waarop naar de vraag van de cliënt gekeken wordt. Het belang van de cliënt staat voorop. De cliënt geeft zelf aan wat hij aan ondersteuning nodig heeft en er wordt daadwerkelijk gekeken mét de cliënt naar wat hij nodig heeft. De cliënten, die het om verschillende redenen moeilijk vinden om aan te geven wat ze willen, helpen we hiermee en blijven ze benaderen. Veel cliënten hadden geen contact meer met de hulpverlening. Maar zij, en anders hun naasten of buren, ondervonden wel veel hinder van hun kwetsbaarheid. Door de samenwerking kan een beroep worden gedaan op een arsenaal aan deskundigheid en wordt met een brede, integrale blik naar de hulpvraag gekeken. Zorg op maat dus; een grote meerwaarde voor de cliënt en hun naasten, maar ook voor de medewerkers.  Zo mooi om te zien!”

Laagdrempelig
Theo benoemt een andere toegevoegde waarde van Optimaal Leven: ‘We bieden de hulp op locatie, dichtbij de cliënt. We zijn zichtbaar in de wijken. Hierdoor is de drempel om bij ons naar binnen te stappen laag. Cliënten vinden het fijn dat ze bijvoorbeeld niet naar het ggz-terrein hoeven te komen.
Werken in de wijk, zorgt ook voor een stukje rust in de wijk. Barber: “Buurtbewoners zien dat er regelmatig een medewerker van Optimaal Leven langsgaat bij een cliënt die voor overlast zorgt in de wijk. Ze zien dat hier aandacht voor is.” Naast de organisaties die in de teams vertegenwoordigd zijn, zijn er goede contacten met de wijkagent, woningbouwverenigingen etc. Egbert: “Als er problemen zijn met een cliënt, zijn de lijntjes kort en weten deze instanties dat ze bij onze teams terecht kunnen." En dan blijkt dat problemen in gezamenlijkheid vaak snel opgelost kunnen worden.

Nieuwe fase
Binnenkort breekt er een nieuwe fase aan voor het programma Optimaal Leven. Egbert: “Er komt een nieuw aansturingsmodel met één programmanager die de Optimaal Leven teams gaat aansturen.” Daarmee komt er voor de vier projectleiders een eind aan hun werkzaamheden voor het programma. Ron: “Wij vinden het alle vier bijzonder jammer dat het voor ons stopt. We vonden het fantastisch om te doen. We hebben veel bereikt de afgelopen jaren.” Egbert geeft aan dat hij deze samenwerking 25 jaar geleden al voor ogen had: “Ik ben blij dat ik het nu toch nog heb kunnen doen.” Alle vier hopen ze dat de teams doorgaan op de ingeslagen weg en het gedachtegoed van Optimaal Leven overeind blijft. Ze wensen hun opvolger heel veel succes. Theo: “Zorg ervoor dat je de vrijheid hebt om zaken daadwerkelijk door te kunnen voeren en zoek bij de betrokken organisaties naar sparringpartners. Maar bovenal: zorg ervoor dat je als manager contact houdt met de mensen in de teams, zoek hen op, praat met ze en luister naar ze.”

Terugluisteren: oratie Prof.dr. Daniëlle Cath, ‘De GGZ en de innovatieparadox'

Op vrijdag 11 maart sprak Daniëlle Cath, psychiater en opleider psychiatrie bij GGZ Drenthe, haar oratie uit met als titel “De GGZ en de innovatieparadox” ter ere van haar benoeming tot bijzonder hoogleraar Zorginnovatie in Noord Nederland op het gebied van angst en stemming (begin 2021). Haar oratie is nu terug te beluisteren.

Vijf jaar Spoedpoli: een bekend en gewaardeerd begrip

Alweer vijf jaar geleden is de Spoedpoli officieel in gebruik genomen. De Spoedpoli is voortgekomen uit een Drents initiatief voor een sluitende aanpak voor mensen met verward gedrag. Sinds de start is de samenwerking tussen deelnemende partijen in de acute zorgketen geïntensiveerd en verbeterd. De Spoedpoli is een begrip geworden. Gemiddeld worden maandelijks 80 tot 90 mensen op de Spoedpoli gezien voor een psychiatrische beoordeling. De meeste mensen kunnen daarna weer naar huis, met een afspraak voor vervolgzorg.