Spring naar navigatie Spring naar inhoud

De kinderen van Agnes en haar man worden tijdelijk uithuisgeplaatst.

"Over twee jaar wonen de kinderen weer bij ons"

Agnes, 30 | Gezinsproblemen

Het gaat niet goed bij Peter en Agnes thuis. Ze hebben vaak heftige aanvaringen met hun dochter. Agnes schreeuwt dan tegen haar. Peter pakt zijn kinderen hardhandig aan als ze ongehoorzaam zijn. In en om hun huis is het een bende. Omdat er zorgen zijn over de veiligheid van de kinderen, worden die tijdelijk uithuisgeplaatst. 

De mededeling van de jeugdhulpmedewerker dat Peter en Agnes met hun kinderen worden verwezen om hulp van GGZ Drenthe te krijgen, komt niet helemaal onverwacht voor het gezin. Het is al een tijdlang erg onrustig bij hen thuis. Agnes: ‘Ik had iedere dag strijd met mijn dochter van vijf. Ze luisterde niet en het leek wel of ze de baas was over mij.' Door een moeilijke jeugd is Agnes heel onzeker. ‘Ik vroeg me altijd af, doe ik het wel goed?’, vertelt ze. Haar onzekerheid uit zich in woede-uitbarstingen waarbij ze hard tegen haar dochter schreeuwt. Peter werkt in de groenvoorziening. In het verleden heeft hij drie kleine hersenbloedingen gehad en sindsdien kampt hij met gezondheidsproblemen. Daarom drinkt hij ’s avonds graag een paar biertjes. Als zijn kinderen ongehoorzaam zijn reageert hij erg fel. Dan pakt hij ze hardhandig aan. Ondertussen komen ze niet toe aan hun huishouden en het huis en de tuin zijn een bende. Na de geboorte van hun jongste zoon krijgt het gezin daarom thuiszorg. Maar die zien dat Peter en Agnes eigenlijk veel meer hulp nodig hebben. Een jeugdhulpmedewerker gaat met Peter en Agnes in gesprek over de opvoeding van de kinderen. Voor de veiligheid van de kinderen móet er iets veranderen. Ze krijgen te horen dat een uithuisplaatsing dreigt.

Opname bij Gezinspsychiatrie
Tijdens de voorbereidende gesprekken wordt samen gekeken of Gezinspsychiatrie een goede oplossing is voor de problemen van Peter en Agnes.  Ambulante hulp thuis en op de poli blijkt na een tijdje niet voldoende, er volgt een opname in de kliniek. In die periode verblijft het gezin doordeweeks samen met andere gezinnen bij Gezinspsychiatrie in Beilen. ‘We vonden het heel fijn met de andere gezinnen in de kliniek, je kon tips en ervaringen uitwisselen’, zegt Agnes. ‘Vooral aan psychomotorische therapie heb ik erg veel gehad. Ik heb geleerd, dat ik veel meer kan dan ik denk. Zo moest ik in een gymzaal ballen in beweging houden. Ik dacht, ik kan er drie. Maar het lukte me zelfs met vijf! Dat gaf een goed gevoel. Ook Peter kijkt tevreden terug op de opname. ‘We hebben veel gepraat over hechting en de band die je met je kinderen hebt. Ik pakte ze soms weleens té hard aan.’

Uithuisplaatsing
De hulp die Peter en Agnes krijgen heeft ook effect op de kinderen. Agnes: ‘Ik sta steviger in mijn schoenen en ik ben een stuk zelfverzekerder geworden. Daardoor is mijn dochter veel rustiger. Ze gehoorzaamt ook beter. We hebben niet meer elke dag ruzie. Dat is zó fijn. Ik zeg ook duidelijker tegen Peter wat mijn mening is. Bijvoorbeeld als er in huis een klusje moet gebeuren. Zo staat er al jaren een kapot speeltoestel in onze tuin. En de trampoline is stuk. Vroeger zei ik er niets van, maar dat zat mij dan wel dwars.’ Toch valt aan het einde van de opname het moeilijke besluit om de kinderen voorlopig uit huis te plaatsen. Peter en Agnes moeten nog verder groeien in het op orde krijgen van hun leven en het ouderschap;  daarvoor krijgen ze twee jaar de tijd.

Traumabehandeling
Agnes: ‘Eerst vond ik het heel erg. Mijn kinderen betekenen alles voor mij. Maar nu weet ik, dat ik tijd voor mezelf heb gekregen. Ik heb geen gemakkelijke jeugd gehad en ik krijg EMDR om die nare gebeurtenissen te verwerken. Ook wil ik verder met psychomotorische therapie in de gymzaal. We gaan ons huis écht netjes maken en gezond leven. Het gaat ons lukken, over twee jaar wonen de kinderen weer thuis. Dat weet ik zeker.’

De beschreven situaties zijn aan de werkelijkheid ontleend, de namen en persoonlijke omstandigheden zijn veranderd. De afgebeelde personen zijn geen patiënten maar modellen.