“Wat eten we vanavond?" “Jullie eten bami, maar ik hoop dat ik bij mijn ouders kan eten!", lacht Ruud naar zijn begeleider. Zijn ouders wonen op een steenworp afstand van de kliniek waar hij sinds een paar maanden is opgenomen. Ruud komt uit een liefdevol gezin maar krijgt in zijn jeugd met meerdere problemen te maken. Bij het Centrum Verstandelijke Beperking en Psychiatrie krijgt hij de hulp waar hij naar zocht. In de nabijheid van zijn naasten probeert hij weer grip op zijn leven te krijgen.
Het is een grote stap van de basisschool naar de middelbare school. Bij Ruud ontstaan in die tijd de eerste problemen. Hij heeft weinig zelfvertrouwen en zijn leerprestaties blijven achter. "Ik vond mijzelf maar dom en ik dacht dat iedereen een hekel aan mij had.” Met tegenzin rondt hij de praktijkschool af. Op het middelbaar beroepsonderwijs lukt het niet meer. Ruud zit niet lekker in zijn vel en voelt zich erg somber. Uiteindelijk blijkt dat hij autisme heeft. Hij piekert ook veel over zichzelf. In die tijd gaat Ruud nog als vrouw door het leven. Maar de twijfels over zijn gender nemen toe en uiteindelijk beslist hij verder als man door het leven te gaan.
Humor
In de jaren die volgen woont Ruud afwisselend op zichzelf, in beschermde woonvormen en bij zijn ouders. Hij ontmoet verschillende hulpverleners maar heeft met niemand een klik. Dat verandert bij de opname in het Centrum Verstandelijke Beperking en Psychiatrie. "Hier voelt het vertrouwd en hebben ze écht interesse in je.” Vooral agogisch regiehulpverlener Sandra weet precies wanneer Ruud ondersteuning nodig heeft. En wanneer hij liever even op zichzelf is. Ze delen bovendien hetzelfde gevoel voor humor. Een niet te onderschatten manier om met zijn problemen om te gaan.
Toeren
In de kliniek lukt het Ruud te minderen met het drinken van energiedrankjes. Ook krijgt hij medicijnen die rustgevend werken en hem van zijn sombere gedachten af moeten helpen. Hij vindt zijn draai in de groep en zet zich in bij therapieën om van de behandeling een succes te maken. “Vroeger sloot ik mij helemaal af als ik mij slecht voelde. Nu weet ik dat ik met anderen in contact moet blijven.” Kleine stappen geven vertrouwen in de toekomst. Zelfstandig naar de dagbesteding. Maar écht blij is hij als hij weer eventjes met zijn auto op pad mag. Even eruit. Een stukje toeren. Of simpelweg genieten van een mooi uitzicht om ondertussen zijn gedachten een beetje tot rust te laten komen.
Familie
“Ik heb alweer cadeautjes voor ze gekocht!", zegt Ruud tegen Sandra. Zij heeft geen verdere uitleg nodig: hij is dól op zijn neefjes en nichtjes en slaat geen verjaardag over. Ruud komt uit een 'warm nest’ en het contact met zijn familie is in alle jaren onveranderd hecht gebleven. Een enorme steun voor de man die in zijn jonge leven al veel heftige gebeurtenissen meemaakte. De zorg was goed in de beschermende woonvormen waar Ruud in het verleden verbleef. Maar hij voelde zich er niet op zijn plek. Zag een te groot verschil met zijn medebewoners, die veelal een veel ernstiger verstandelijke beperking hadden. Wonen in een groep en je toch alleen voelen.
Plannen
Het gaat de goede kant op in de kliniek van het Centrum Verstandelijke Beperking en Psychiatrie. Ruud krijgt meer vrijheden en kijkt weer positiever naar de toekomst. Maar gemakkelijk is het niet. “Mensen in mijn omgeving zeggen dat het wel goed komt. De ene dag denk ik dat ik helemaal beter word. Maar op andere dagen voel ik mij zó waardeloos en zie ik het niet gebeuren. Ik weet nog niet zo goed wat ik met mijn leven wil. Werkdruk is iets wat ik gewoon niet aankan. Wat voor nuttigs kan ik doen in de maatschappij? Dat is gewoon nog een zoektocht.”