Eenzaamheid
Op mijn werk ging het na een poos ook niet goed meer. Ik kon me niet meer concentreren. Door het gebrek aan slaap werd ik erg prikkelbaar. Ik leefde al jaren alleen. De eenzaamheid werd me nu echt teveel. Op een avond had ik het gevoel dat ik stikte. Ik heb die avond serieus overwogen om er een eind aan te maken. Uiteindelijk heb ik in paniek met 112 gebeld. Via hen kwam ik in gesprek met een hulpverlener. Een paar dagen later kon ik al terecht bij het Traumacentrum van GGZ Drenthe.
Daar waren ze erg begripvol. Na een aantal gesprekken werd de diagnose van een posttraumatische stress-stoornis gesteld. Met andere woorden: ik leed aan een oorlogstrauma. Ik merkte meteen dat praten opluchtend werkte. Bij GGZ Drenthe hebben ze een speciale groep voor veteranen. Hier kon ik vrijwel meteen terecht.
In het begin vond ik het erg moeilijk om te praten over mijn emoties. Ik zat met zo’n enorm schuldgevoel, echt ongelofelijk. Soldaten zijn getraind om orders op te volgen. Dat heet discipline. Door je emoties uit te schakelen, bescherm je jezelf en je kameraden. Het is niet zo makkelijk om dat mechanisme weer uit te zetten. Toen ik terugkwam in Nederland viel ik in een zwart gat. Jarenlang voelde ik helemaal niets meer.
Voordat ik werd uitgezonden, ben ik twee jaar op oefening geweest. Toch heb ik nooit het gevoel gehad klaar te zijn voor oorlog. De gruwelen die ik heb gezien waren erg heftig. Het was gewoon onmenselijk. Ik heb gezien hoe gewone mensen omkwamen in een regen van mitrailleurkogels. Daar waren ook kinderen bij. Wat ik vooral heel erg vond, was dat ik niet mocht en kón ingrijpen. Ik voelde me op dat moment zo ontzettend klein en machteloos.