Luci is 43 jaar oud en woont in Rotterdam. Ze heeft geen werk en leeft van een uitkering. Haar moeder is al jong overleden door een overdosis drugs. Met haar vader, die haar als kind mishandelde, heeft zij af en toe contact. Luci woont samen met haar vriend Jan. Jan heeft zelf twee eigen kinderen uit een eerdere relatie die in een pleeggezin zijn ondergebracht. De laatste tijd heeft Luci steeds vaker ruzie met Jan. Ze vindt dat hij te weinig aandacht aan haar schenkt. Tijdens cafébezoeken loopt hij te flirten met andere vrouwen. Luci gaat steeds meer drinken door de spanningen met Jan. Op aandringen van haar tante zoekt ze hulp voor haar alcoholproblemen.
Wraak
Als Jan op een avond de hond gaat uitlaten, volgt Luci hem en ziet hem de woning binnengaan van haar beste vriendin Coba. Luci: "Toen ik het er later met Jan over had, ontkende hij dat er iets tussen hen was. Maar ik geloofde het niet. Daarna ging het steeds slechter tussen ons. We hadden steeds vaker ruzie maar konden samen niet goed praten over onze problemen. Ik voelde me steeds ongelukkiger en wist me geen raad meer."
Dan ontdekt Jan krassen in de vorm van een kruis op zijn verzameling langspeelplaten. Luci zegt hier niets van te weten. Na twee maanden gaat Jan uiteindelijk bij Luci weg. Hij trekt al snel in bij Coba. Drie dagen nadat Jan is vertrokken, vindt Coba haar auto uitgebrand terug. Op het portier van de auto van Jan zijn ingekerfde kruizen terug te vinden. Luci wordt gehoord, maar moet bij gebrek aan bewijs worden vrijgelaten. Maar als twee maanden later het halletje van Coba’s flat in brand staat, is op beveiligingscamera's te zien hoe Luci zich daar uit de voeten maakt.
Kliniek
Luci wordt opgepakt en uiteindelijk veroordeeld tot tbs met voorwaarden. Ze wordt opgenomen in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) in Assen. De rechter oordeelt dat ze daar de juiste hulp kan krijgen, omdat er in de kliniek veel kennis is over brandstichting. De behandelaars werken nauw samen met een afdeling waar onderzoek plaatsvindt naar brandstichting..